Browse Results

Showing 1,076 through 1,100 of 1,325 results

Ik heb hoge koorts: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor apothekersassistenten’ staat steeds een andere groep klanten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de klanten in dit werkboek allemaal hoge koorts.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om het probleem van de klant te kunnen begrijpen sta je stil bij de manier waarop de lichaamstemperatuur gereguleerd wordt. Je bestudeert een aantal veel voorkomende aandoeningen die gepaard gaan met koorts en leert wanneer er sprake is van alarmfactoren.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van koorts en de achterliggende oorzaken daarvan. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen bij dit type klachten.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen tegen koorts die regelmatig door de apotheek gemaakt of aangepast worden.• Je ontdekt hoe goed luisteren en het stellen van de juiste vragen het verloop van een voorlichtingsgesprek kunnen beïnvloeden.• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod, zoals het verwerken van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem en het bestellen van geneesmiddelen.• Je onderzoekt hoe bevoegdheden geregeld zijn: wat is het verschil tussen voorbehouden en niet voorbehouden handelingen?• Mensen reizen steeds vaker en steeds verder. Je gaat na welke nieuwe ziektes daardoor Nederland binnenkomen.Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. De apotheker verwacht dat zijn of haar apothekersassistent competent is. Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten over de vraag wat competent-zijn eigenlijk inhoudt binnen het beroep van apothekersassistent.

Ik heb last van mijn oog: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: de patiënt en de huisarts rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgenhebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor doktersassistenten’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de patiënten in dit werkboek allemaal problemen met hun ogen.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillendeDe serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kern taken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je medeleerlingen samen.In dit werkboek: • Om de klachten van patiënten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van het oog. Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die tot oogklachten leiden, kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken.• Je leert hoe je een visustest uitvoert en wat de juiste manier is om een oog te druppelen of te spoelen. Ook oefen je met het aanleggen van een oogverband.• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van oogklachten en hun achterliggende oorzaken. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je oefent met het geven van voorlichting, een belangrijke taak van de doktersassistent. Waarom komt een boodschap soms heel anders over dan de bedoeling was?• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod. Hoe verwerk je patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem? Wat is het Elektronisch Patiënten Dossier dat in de nabije toekomst landelijk ingevoerd zal worden?• Je verdiept je in de tweedelijns gezondheidszorg: welke specialismen zijn er en waarmee houden deze zich bezig?• Ogen spelen een belangrijke rol in het contact, mensen voelen zich ongemakkelijk als ze de ander niet in de ogen kunnen kijken. Daarom vinden sommige mensen dat het dragen van een boerka verboden moet worden. Vind jij dat ook of is godsdienstvrijheid voor jou belangrijker?Als doktersassistent sta je klaar voor de patiënten. Maar je moet ook je eigen belang niet uit het oog verliezen. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht over verschillende werkstijlen die je kunt toepassen.

Ik heb ontzettende oorpijn: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor apothekersassistenten’ staat steeds een andere groep klanten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de klanten in dit werkboek allemaal oorklachten.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om het probleem van de klant te kunnen begrijpen sta je stil bij de bouw en werking van het gehoor. Je bestudeert een aantal veel voorkomende aandoeningen die gepaard gaan met oorpijn en leert wanneer er sprake is van alarmfactoren.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van oorpijn en de achterliggende oorzaken daarvan. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen bij dit type klachten.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen tegen oorpijn die regelmatig door de apotheek gemaakt of aangepast worden.• Hoe mensen reageren, hangt onder meer samen met de relatie die ze op dat moment met elkaar hebben. Je onderzoekt de invloed van verschillende rollen en relaties op menselijk gedrag.• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod, zoals het verwerken van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem en het doorberekenen van btw.• Je verdiept je in de organisatie van de gezondheidszorg. Wat is het verschil tussen eerstelijns, tweedelijns, derdelijns en complementaire zorg?• Gehoorschade lijkt steeds vaker op te treden, vooral onder jongeren. Welke rol speelt het luisteren naar muziek daarin?Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten over verschillende leerstijlen die je daarbij kunt gebruiken.

Ik heb ontzettende oorpijn: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de patiënt als de huisarts rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor doktersassistenten’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de patiënten in dit werkboek allemaal oorklachten.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om tijdens de intake de ernst van de situatie in te kunnen schatten sta je stil bij de bouw en werking van het gehoor. Je bestudeert een aantal veel voorkomende aandoeningen die gepaard gaan met oorpijn. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken.• Je maakt kennis met een aantal specifi eke KNO-instrumenten. Je oefent de rol van de doktersassistent bij oorinspecties, audiometrisch onderzoek, het verwijderen van voorwerpen uit de gehoorgang en het uitspuiten van het oor.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van oorpijn en de achterliggende oorzaken daarvan. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Hoe mensen reageren, hangt onder meer samen met de relatie die ze op dat moment met elkaar hebben. Je onderzoekt de invloed van verschillende rollen en relaties op menselijk gedrag.• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod. Bijvoorbeeld het verwerken van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem en het opstellen van een verwijsbrief.• Je verdiept je in de organisatie van de gezondheidszorg. Wat is het verschil tussen eerstelijns, tweedelijns, derdelijns en complementaire zorg?• Gehoorschade lijkt steeds vaker op te treden, vooral onder jongeren. Welke rol speelt het luisteren naar muziek daarin?Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten over verschillende leerstijlen die je daarbij kunt gebruiken.

Ik heb pijn op de borst: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de apothekersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de klanten in dit werkboek allemaal last van pijn op de borst.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om de klachten van patiënten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van de borstkas en de organen die zich daarbinnen bevinden: longen, hart en slokdarm. • Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die pijn op de borst kunnen veroorzaken. Wanneer is er sprake van alarmfactoren en is een bezoek aan de huisarts raadzaam?• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van problemen met hart en bloedvaten. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen van klanten die last hebben van pijn op de borst.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen die door de apotheek zelf gemaakt of aangepast worden.• Je oefent met het geven van voorlichting. Bijvoorbeeld over praktische hulpmiddelen zoals de medicijndoos. • Je staat stil bij de vraag wat een klantgerichte benadering eigenlijk inhoudt.• Ook komt de verwerking van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem aan bod.• Apothekersassistenten kunnen in aanraking komen met allerlei beroepsrisico’s. Welke zijn dat en hoe ga je daarmee om?• Aandoeningen aan hart en bloedvaten zijn vaak een gevolg van een ongezonde leefstijl. Je ontdekt dat ook in ons land overgewicht een snel groeiend probleem is.De opleiding is een belangrijke start, maar een goede apothekersassistent blijft zich ook daarna verder ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht om zicht te krijgen op je sterke en zwakke kanten en op je ambitie om verder te groeien in dit beroep.

Ik heb pijn op de borst: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de patiënt als de huisarts rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de doktersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de patiënten in dit werkboek allemaal last van pijn op de borst.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om de klachten van patiënten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van de borstkas en de organen die zich daarbinnen bevinden: longen, hart en slokdarm. • Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die pijn op de borst kunnen veroorzaken. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken met patiënten.• Je oefent het opmeten van de bloeddruk, het uitvoeren van een vingerprik en het afnemen van bloed door middel van een venapunctie. Ook leer je hoe een hartfilmpje gemaakt wordt.• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van problemen met hart en bloedvaten. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je oefent met het geven van voorlichting. Daarbij sta je stil bij de vraag wat een klantgerichte benadering eigenlijk inhoudt.• Ook de verwerking van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem komt aan bod.• Doktersassistenten kunnen in aanraking komen met allerlei beroepsrisico’s. Welke zijn dat en hoe ga je daarmee om?• Aandoeningen aan hart en bloedvaten zijn vaak een gevolg van een ongezonde leefstijl. Je ontdekt dat ook in ons land overgewicht een snel groeiend probleem is. De opleiding is een belangrijke start, maar een goede doktersassistent blijft zich ook daarna verder ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht om zicht te krijgen op je sterke en zwakke kanten en op je ambitie om verder te groeien in dit beroep.

Ik heb zo'n last van mijn keel: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de patiënt als de huisarts rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor doktersassistenten’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de patiënten in dit werkboek allemaal last van hun keel of stem.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om tijdens de intake de ernst van de situatie in te kunnen schatten sta je stil bij de bouw en werking van de mondholte, keel en stembanden. Je bestudeert een aantal veel voorkomende aandoeningen die gepaard gaan met keelpijn of heesheid. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken.• Je maakt kennis met de instrumenten die gebruikt worden bij het behandelen van keel- en neusklachten. Ook oefen je het maken van een keeluitstrijkje en het stelpen van een bloedneus. Handelingen die doktersassistenten regelmatig moeten uitvoeren.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van keelpijn en de achterliggende oorzaken daarvan. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod. Bijvoorbeeld het verwerken van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem en het bestellen van voorlichtingsmateriaal.• Je staat stil bij de waarden en normen die verschillende patiënten er op na kunnen houden. Wat doe je als deze afwijken van jouw eigen waarden en normen?• Keelklachten kunnen samenhangen met luchtvervuiling. Je gaat na welke rol het toenemende gebruik van brommers en scooters daarin speelt.Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Er zullen steeds weer nieuwe vraagstukken op je pad komen. Hoe pak je die aan? Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten over het ontwikkelen van een gestructureerde en methodische werkwijze.

Ik heb zo'n last van mijn keel: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor apothekersassistenten’ staat steeds een andere groep klanten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de klanten in dit werkboek allemaal last van hun keel of stem. De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om het probleem van de klant te kunnen begrijpen sta je stil bij de bouw en werking van de mondholte, keel en stembanden. Je bestudeert een aantal veel voorkomende aandoeningen die gepaard gaan met keelpijn of heesheid en leert wanneer er sprake is van alarmfactoren.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van keel- en stemklachten en de achterliggende oorzaken daarvan. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen bij dit type klachten.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen tegen keelpijn die regelmatig door de apotheek gemaakt of aangepast worden.• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod, zoals het verwerken van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem en het overzichtelijk indelen van voorraden.• Je staat stil bij de waarden en normen die verschillende klanten er op na kunnen houden. Wat doe je als deze afwijken van jouw eigen waarden en normen?• Keelklachten kunnen samenhangen met luchtvervuiling. Je gaat na welke rol het toenemende gebruik van brommers en scooters daarin speelt.Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Er zullen steeds weer nieuwe vraagstukken op je pad komen. Hoe pak je die aan? Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten over het ontwikkelen van een gestructureerde en methodische werkwijze.

Ik voel me grieperig: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: de klant en de apotheker rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor apothekersassistenten’ staat steeds een andere groep klanten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo voelen de klanten in dit werkboek zich allemaal grieperig.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je medeleerlingen samen.In dit werkboek: • Om de klachten van de klant beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van de luchtwegen. Ook sta je stil bij infecties. Wat zijn verschillen tussen virussen en bacteriën en hoe reageert het afweersysteem op deze binnendringers?• Je kijkt naar een aantal veel voorkomende aandoeningen die benauwdheid kunnen veroorzaken. Wanneer is er sprake van alarmfactoren en is een bezoek aan de huisarts raadzaam?• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van verkoudheid, griep en eventuele bijkomende complicaties. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen van klanten die zich grieperig voelen.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen die door de apotheek zelf gemaakt of aangepast worden.• Je oefent met het geven van voorlichting, een belangrijke taak van de apothekersassistent. Daarbij kijk je eens kritisch naar de vele internetsites over gezondheid die door klanten geraadpleegd worden. Zijn deze sites wel allemaal even betrouwbaar?• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod, zoals het verwerken van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem.• Steeds meer mensen slikken voedingssupplementen en vitaminepillen. Helpen deze echt om griep te voorkomen? Zorgen ze dat het genezingsproces sneller verloopt?Als apothekersassistent sta je klaar voor de klanten. Maar je moet ook je eigen belang niet uit het oog verliezen. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht over assertiviteit: hoe kom je voor jezelf op zonder de ander voor het hoofd te stoten?

Ik voel me grieperig: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: de patiënt en de huisarts rekenen op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en dat je deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor doktersassistenten’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo voelen de patiënten in dit werkboek zich allemaal grieperig.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om de klachten van patiënten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van de luchtwegen. Ook sta je stil bij infecties. Wat zijn verschillen tussen virussen en bacteriën en hoe reageert het afweersysteem op deze binnendringers?• Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die tot een grieperig gevoel leiden. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken.• Je leert wat er allemaal komt kijken bij het geven van een subcutane injectie.• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van verkoudheid, griep en eventuele bijkomende complicaties. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je oefent met het geven van voorlichting, een belangrijke taak van de doktersassistent. Daarbij kijk je eens kritisch naar de vele internetsites over gezondheid die door patiënten geraadpleegd worden. Zijn deze sites wel allemaal even betrouwbaar?• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod. Bijvoorbeeld de verwerking van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem en het versturen van de oproep voor de jaarlijkse griepprik.• Steeds meer mensen slikken allerlei voedingssupplementen en vitaminepillen. Helpen deze echt om griep te voorkomen? Zorgen ze dat het genezingsproces sneller verloopt?Als doktersassistent sta je klaar voor de patiënten. Maar je moet ook je eigen belang niet uit het oog verliezen. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht over assertiviteit: hoe kom je voor jezelf op zonder de ander voor het hoofd te stoten?

Ik voel me zo moe en slap: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de apothekersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de klanten in dit werkboek allemaal last van aanhoudende vermoeidheid.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om de klachten van de klanten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van het spijsverteringsstelsel, de alvleesklier, de schildklier en het bloed. • Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die kunnen leiden tot vermoeidheid. Wanneer is er sprake van alarmfactoren en is een bezoek aan de huisarts raadzaam?• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van aandoeningen die tot vermoeidheid leiden. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je klanten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen van klanten met dit type klachten.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen die door de apotheek zelf gemaakt of aangepast worden.• Je oefent met het geven van voorlichting. Daarbij kijk je specifiek naar de vraag hoe je oudere klanten het beste kunt benaderen.• Ook komt de verwerking van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem aan bod.• Zeker topsporters kunnen zich geen gebrek aan energie veroorloven. Daarom gebruiken zij soms doping om hun prestaties te verbeteren. Wat is doping precies en hoe sta jij tegenover het gebruik van dit soort middelen?De opleiding is de eerste stap, maar daarna zul je nog een baan moeten vinden. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht over het schrijven van een overtuigende sollicitatiebrief.

Ik voel me zo moe en slap: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de patiënt als de huisarts rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de doktersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo hebben de patiënten in dit werkboek allemaal last van aanhoudende vermoeidheid.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je studiegenoten samen.In dit werkboek: • Om de klachten van patiënten beter te begrijpen bestudeer je de bouw en werking van het spijsverteringsstelsel, de alvleesklier, de schildklier en het bloed. • Je verdiept je in een aantal veel voorkomende aandoeningen die kunnen leiden tot vermoeidheid. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken met patiënten met dergelijke klachten.• Je maakt kennis met een aantal geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van aandoeningen die tot vermoeidheid leiden. Hoe werken deze medicijnen en wat moet je patiënten vertellen over de manier waarop ze deze wel en niet moeten gebruiken?• Je voert een aantal vormen van bloedonderzoek uit: bepaling van het hemoglobinegehalte, cholesterolgehalte en de bloedsuikerspiegel. Ook leer je hoe je bloed afneemt door middel van een venapunctie.• Je doet ervaring op met het geven van voorlichting. Daarbij kijk je specifiek naar de vraag hoe je oudere patiënten het beste kunt benaderen.• Ook komt de verwerking van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem aan bod.• Zeker topsporters kunnen zich geen gebrek aan energie veroorloven. Daarom gebruiken zij soms doping om hun prestaties te verbeteren. Wat is doping precies en hoe sta jij tegenover het gebruik van dit soort middelen?De opleiding is de eerste stap, maar daarna zul je nog een baan moeten vinden. Daarom eindigt dit werkboek met een opdracht over het schrijven van een overtuigende sollicitatiebrief.

Mijn kind zit onder de vlekjes: Casuïstiek voor apothekersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als apothekersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de klant als de apotheker rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de apothekersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben. Zo zijn de klanten in dit werkboek allemaal ouders van zieke kinderen die onder de vlekjes zitten.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kerntaken van de apothekersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je medeleerlingen samen.In dit werkboek: • Om het probleem van de klant te kunnen begrijpen, sta je stil bij infectie door virussen en bacteriën en de reactie van het afweersysteem daarop. Je bestudeert een aantal veelvoorkomende kinderziektes die gepaard gaan met huiduitslag.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet worden ter bestrijding van deze ziektes. Hoe werken ze en wat moet je ouders vertellen over de manier waarop deze middelen wel en niet gebruikt moeten worden?• Je neemt recepten in voor dergelijke geneesmiddelen en oefent met het verhelderen van zelfzorgvragen bij dit type klachten.• Je bereidt een aantal geneesmiddelen die regelmatig door de apotheek gemaakt of aangepast worden.• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod, zoals het verwerken van klantgegevens in het Apotheek Informatie Systeem.• Je staat stil bij de rechten van de patiënt. Waar kan hij terecht met eventuele klachten?• De overheid hanteert een vaccinatieprogramma voor kinderen, maar daar staat niet iedereen achter. Hierover bepaal jij je mening.Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten op het vlak van feedback krijgen en geven.

Mijn kind zit onder de vlekjes: Casuïstiek voor doktersassistenten

by S. van der Krogt A. Starink

Als doktersassistent ben je een ware duizendpoot. Je voert uiteenlopende taken uit. Het beroep brengt bovendien veel verantwoordelijkheid met zich mee: zowel de patiënt als de huisarts rekent op je. Een kleine vergissing kan grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk dat je over de juiste competenties en kennis beschikt en deze geïntegreerd toe kunt passen.In de serie werkboeken ‘Casuïstiek voor de doktersassistent’ staat steeds een andere groep patiënten centraal. Telkens gaat het om mensen met klachten die op het eerste gezicht op elkaar lijken maar die verschillende oorzaken hebben.Zo zijn de patiënten in dit werkboek allemaal zieke kinderen die onder de vlekjes zitten.De serie helpt je om je goed voor te bereiden op de beroepspraktijk, met casuïstiek kun je op een prettige en veilige manier oefenen met verschillende zorgvragen. Via praktische opdrachten kom je in aanraking met de verschillende kern taken van de doktersassistent. Sommige opdrachten maak je alleen, andere voer je uit in een klein groepje of met al je medeleerlingen samen.In dit werkboek: • Om tijdens de intake de ernst van de situatie in te kunnen schatten, sta je stil bij infecties door virussen en bacteriën en de reactie van het afweersysteem daarop. Je bestudeert een aantal veel voorkomende kinderziektes die gepaard gaan met huiduitslag. Je kijkt naar alarmfactoren en voert intakegesprekken.• Je oefent met het bepalen van de lengte en het gewicht van kinderen en met het opnemen van hun temperatuur.Handelingen die doktersassistenten regelmatig moeten uitvoeren bij zieke kinderen.• Je kijkt naar de geneesmiddelen die ingezet kunnen worden ter bestrijding van kinderziektes. Hoe werken ze en wat moet je ouders vertellen over de manier waarop deze middelen wel en niet gebruikt moeten worden?• Ook komt een aantal administratieve taken aan bod. Bijvoorbeeld het verwerken van patiëntgegevens in het Huisartsen Informatie Systeem en het uitschrijven van herhaalrecepten.• Je staat stil bij de rechten van de patiënt. Waar kan hij terecht met eventuele klachten?• De overheid hanteert een vaccinatieprogramma voor kinderen, maar daar staat niet iedereen achter. Hierover bepaal jij je mening.Leren houdt nooit op, het is belangrijk om je steeds te blijven ontwikkelen. Daarom eindigt dit werkboek met opdrachten op het vlak van feedback krijgen en geven.

Jeugd en recht

by A.P. van der Linden F. G. Siethoff A. E. Zeijlstra-Rijpstra

Jeugd en recht biedt een uitstekend overzicht van de geldende bepalingen op het terrein van het jeugdrecht, de jeugdbescherming en bestaande vormen van jeugdhulpverlening. Uitgangspunt is het 'probleemloze' kind. Als dit kind echter in moeilijkheden komt, heeft het bijzondere zorg nodig. Hieraan, en aan de juridische status van deze kinderen, besteden de auteurs aparte aandacht. De justitiële jeugdzorg, het civielrechtelijke jeugdrecht, het jeugdstrafrecht en het jeugdstrafprocesrecht komen hierbij aan de orde. Ook worden de niet-justitiële, de vrijwillige hulpverlening en de talrijke op dat gebied werkzame instanties uitvoerig behandeld. Bovendien geeft dit boek informatie over het internationale jeugdrecht en de rechtsposities van kinderen van etnische minderheden. Jeugd en recht sluit volledig aan op de Wet op de jeugdzorg. De tiende druk van dit boek is in overeenstemming gebracht met recente ontwikkelingen op het terrein van het jeugdrecht, de jeugdbescherming en de jeugdhulpverlening. Dit betekent dat er aandacht wordt gegeven aan het duo-moederschap, de verplichting van ouders om de strafzitting van hun kind bij te wonen, de wijzigingen in de PIJ-maatregel en de verbetering van de rechtspositie van jongeren die in justitiële jeugdinrichtingen verblijven alsmede de invoering van de vrijheidsbeperkende maatregel (VBM). Verder wordt de NODOprocedure besproken die duidelijkheid moet geven over de oorzaak van het overlijden van een kind, de verbeteringen in de rechtspositie van pleegouders en de invoering van het Instituut van de Kinderombudsman. Tenslotte wordt vooruitgekeken naar de wijzigingen die gaan komen in het pakket van kinderbeschermingsmaatregelen en de invoering van de Jeugdwet. Dit boek is bedoeld voor studenten in het hoger sociaalagogisch onderwijs, studenten (ortho)pedagogiek en andere studenten WO (sociale en juridische faculteiten). Verder is het geschikt voor werkers in de jeugdwelzijnszorg en in de jeugdgezondheidszorg.

Gebitsontwikkeling bij de mens

by F.P.G.M. van der Linden

Vanaf 1979 was het in zeven talen verschenen boek Gebitsontwikkeling van de auteur hét internationale standaardwerk over dit onderwerp. De laatste Nederlandse editie kwam uit in 1994. Er is sindsdien geen enkel boek verschenen dat de kennis over gebitsontwikkeling op systematische en inzichtelijke wijze aanbiedt. Daar is nu verandering in gekomen. Gebitsontwikkeling bij de mens begint met de aanleg van gebitselementen. Daarna volgen de ontwikkeling van het melkgebit, de wisseling, de overgang naar het blijvend gebit en de situatie bij de oudere mens. Uitgebreid wordt ingegaan op de samenhang en wederzijdse beïnvloeding van de ontwikkeling van het gebit, de groei van het gelaat en de rol van functionele factoren daarin. Daarna komt de ontwikkeling van alle orthodontische afwijkingen aan de orde, gevolgd door het effect van voortijdig verlies van melkelementen. Het boek sluit af met numerieke en grafische informatie. De onderwerpen worden bondig en helder besproken en met duidelijk beeldmateriaal toegelicht. Zo bevat het boek meer dan 550 kleurenafbeeldingen en ruim 250 foto’s van schedels met vrijgelegde en afzonderlijk opgestelde dentities. Bovendien is er een website waarop 50 bewegende scènes in ‘virtual reality’ te zien zijn. De video’s op de website en de afbeeldingen in het boek bieden een goed driedimensionaal inzicht in de gebitsontwikkeling. Mede daardoor is het boek een bruikbaar hulpmiddel bij het geven van patiëntenvoorlichting. Dit boek is vooral bedoeld voor tandartsen, orthodontisten, pedodontisten, mondhygiënisten en tandartsassistenten. Het is een onmisbaar studieboek voor studenten tandheelkunde en mondzorg. Daarnaast is Gebitsontwikkeling van de mens van belang voor alle medici die beroepsmatig met kinderen te maken hebben, zoals huisartsen, kinderartsen, consultatiebureauartsen en jeugdartsen. Door de helder geschreven tekst en de instructieve illustraties is specifieke voorkennis niet nodig. Prof. dr. F.P.G.M. van der Linden was van 1962 tot 1995 hoogleraar en hoofd van de afdeling Orthodontie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In 1969–1970 was hij een jaar als ‘Netherlands Visiting Professor’ verbonden aan ‘The University of Michigan’ in Ann Arbor, USA. Hij heeft zich in het bijzonder toegelegd op het incorporeren van de resultaten van basaal en klinisch onderzoek in de theorie en praktijk van de orthodontie. Hij heeft wereldwijd talloze voordrachten gegeven en meer dan 200 publicaties op zijn naam staan, waarvan 135 als eerste en veelal enige auteur. Daarnaast publiceerde hij 12 boeken, waarvan de meeste in een aantal talen zijn uitgegeven.

Training van het cardiorespiratoir uithoudingsvermogen (Paramedische trainingsbegeleiding)

by H. VAN DER Loo H.J. Hulzebos M.J.A. Edelaar M.W.A. Jongert G. van der Poel Paramedi Sport B.V.

Paramedici hebben binnen de (sport)gezondheidszorg een belangrijke (begeleidende) functie bij het onderhouden en/of opbouwen van gezondheidsgerelateerde en algemene fitheid. Paramedische trainingsbegeleiding deel 2 wil de paramedicus inzicht en handvatten geven om deze trainingsbegeleiding zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.Paramedische trainingsbegeleiding deel 2 geeft u een goed inzicht in de metabole en cardiorespiratoire veranderingen door training en behandelt het testen en meten van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen. Tevens komen de algemene principes voor het trainingen van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen en de betekenis hiervan voor de paramedische praktijk aan de orde.Paramedische begeleiding deel 2: training van het cardiorespiratoir uithoudingsvermogen voorziet in de behoefte en kennis bij paramedici over inspanningsfysiologie en trainingsleer. Tevens levert het boek op eigentijdse en verantwoorde wijze een bijdrage aan de beroepsuitoefening van de paramedicus

Zorg voor de chronisch zieke: Basiswerken Verpleging en Verzorging (Basiswerken Verpleging en Verzorging)

by Simone van der Meijden-Meijer IJ.D. Jüngen

Zorg voor de chronisch zieke gaat over een steeds grotere groep zorgvragers waarvan verzorgenden een groot aandeel in de zorgverlening voor hun rekening nemen. Het boek biedt dé basiskennis, die nodig is om chronisch zieken te verzorgen. Aan bod komen de beschrijving van de organisatie van de zorg aan chronisch zieke zorgvragers en de specifieke problematiek als therapietrouw en de rol van mantelzorgers. Ook wordt uitgebreid aandacht besteed aan de veel voorkomende chronische ziekten, met daarbij telkens zowel de bijbehorende pathologie als de verzorging. Als laatste komen de psychosociale gevolgen van het hebben van een chronische aandoening en de mogelijke revalidatie aan de orde.

Scenario Test handleiding: Verbale en non-verbale communicatie bij afasie

by I. van der Meulen J. van Gelder-Houthuizen J. Wiegers S. Wielaert M. Sandt-Koenderman

Meet: verbale en non–verbale communicatie vaardigheden van afasiepatienten.Leeftijdsbereik: volwassen afasiepatienten.Afname en scoringsduur: 30–40 minutenToepasbaar in: o.a. revalidatiecentra, verpleeghuizen, logopedische praktijkKwalificatieniveau: 1 (o.a. logopedisten en klinisch linguisten).Doel van de testDe Scenario Test meet de communicatieve vaardigheden van afasiepatienten in alle beschikbare communicatiekanalen. De test richt zich dus niet alleen op de mogelijkheid tot informatieoverdracht via het spreken, maar onderzoekt ook de mogelijkheden tot informatieoverdracht via alternatieve communicatiekanalen. Hieronder vallen de non–verbale communicatiekanalen (bijvoorbeeld mimiek, gebaren of tekenen), schrijven of schriftelijke ondersteuning en het gebruik van communicatiehulpmiddelen (bijvoorbeeld het Gespreksboek of een elektronisch communicatieapparaat).De Scenario Test is in eerste instantie bedoeld voor afname bij mensen met een matige tot ernstige afasie, bij wie de therapie gericht is op het inschakelen van alternatieve communicatiekanalen. Voor het succes van dergelijke therapie is het van belang om inzicht te hebben in de vraag of iemand in staat is tot het gebruik van alternatieve communicatie.Therapie gericht op alternatieve communicatie wordt vooral gegeven aan afasiepatienten bij wie het spreken niet of nauwelijks meer mogelijk is, zoals bij mensen met een globale of Broca afasie. De Scenario Test kan echter ook informatief zijn bij mensen met een lichtere afasie om na te gaan of zij hun verbale communicatie ondersteunen met alternatieve strategieen. Bij Wernicke patienten met spraakdwang en een slecht ziekte–inzicht is de test vaak niet afneembaar. Bijzonder aan de Scenario Test is dat er interactie is tussen de afasiepatient en de testleider.Communicatie is immers interactief en succesvolle communicatie bij personen die niet of nauwelijks meer kunnen spreken is sterk afhankelijk van de houding van de communicatiepartner. In de Scenario Test is de rol van de communicatiepartner daarom structureel opgenomen. Met de Scenario Test wordt systematisch nagegaan of iemand een bepaalde vorm van (alternatieve) communicatie beheerst, en of hij hier zelfstandig gebruik van maakt, of met hulp van een communicatiepartner. De Scenario Test biedt zo aanknopingspunten voor therapie gericht op het inzetten van alternatieve communicatieve kanalen en stelt daarnaast het effect van dergelijke therapie vast.ToepassingDiagnostiek: meet de verbale– en alternatieve communicatieve vaardigheden van afasiepatienten en de mate waarin patienten hiervoor afhankelijk zijn van hun communicatiepartner.Therapiekeuze: bepaalt welke vorm van alternatieve communicatietherapie voor een patient het meest geschikt is.Evaluatie: meet het effect van de gegeven therapie.Advisering: voor het opstellen van communicatieadviezen voor de omgeving van de patient.Materiaal Scenario Test complete set (handleiding, testmateriaal, scoreformulieren)Scenario Test scoreformulierenScenario Test handleiding 

Communicatieve Intentie Onderzoek (CIO): handleiding

by S.J. van der Meulen C.F. Slofstra-Bremer H.C. Lutje Spelberg

Doel van de testHet Communicatieve Intentie Onderzoek wordt gebruikt voor diagnostiek van bij jonge kinderen die niet of nauwelijks spreken. Het CIO brengt de communicatieve intentie van de kinderen in kaart. Met het  onderzoek observeert men de preverbale en vroeg-verbale ontwikkeling in spelsituaties (in een weinig belastende onderzoekconditie) met een van de ouders en met de onderzoeker.Toepassing• Individuele diagnostiek: differentiaaldiagnostiek in vroege communicatieve fase; ondersteuning van aanvraag van leerlinggebonden financiering; ondersteuning van doorverwijzing naar het speciaal onderwijs (cluster-2); of wetenschappelijk onderzoek.• Evaluatie: meten van het spontane ontwikkelingsverloop en van het effect van gegeven therapie.Wat meet het CIO?Het CIO onderzoekt de kwaliteit en het niveau van de ontwikkeling van de communicatieve intentie van jonge kinderen. Voor wie?Het CIO wordt afgenomen door diagnostisch bevoegde professionals, logopedisten en klinisch linguïsten. Afname en scoringHet CIO wordt individueel afgenomen. De duur van de afname is ca. 40 minuten observatiesituatie en 20 minuten uitwerking van de observatiegegevens.NormenDe test is genormeerd op basis van een representatieve landelijke steekproef jonge kinderen. Materialen• Complete Set (testmateriaal, handleiding en scoreformulieren)• Scoreformulieren (set van 25)• Handleiding• E-learning: online training in het afnemen, scoren en interpreteren van het CIO

Agressie bij kinderen

by Jan van der Ploeg

Agressie is een probleem waarmee ouders, leerkrachten en hulpverleners dikwijls geen raad weten. Agressieve kinderen en jongeren blijken moeilijk te behandelen.Hoe moet agressie worden aangepakt? Waar komt agressie vandaag? Waarom is het ene kind wel en het andere niet agressief? En blijven agressieve kinderen altijd agressief? Op deze en andere vragen geeft dit boek antwoord.Agressie kan het functioneren van kinderen ernstig belemmeren. Thuis, op school en onder vrienden kan dat tot heftige problemen leiden. Voor opvoeders en hulpverleners is het van groot belang een goed inzicht te krijgen in het verschijnsel agressie. Dat kan helpen agressie een half toe te roepen of te voorkomen dat het agressieve kind steeds agressiever wordt.In de verschillende hoofdstukken belicht de auteur het verschijnsel agressie van begin tot eind. Het boek maakt duidelijk hoe agressie ontstaat, welke ontwikkelingen agressieve kinderen kunnen doormaken en welke oplossingen er zijn om agressie te voorkomen of in te perken.Dit helder geschreven overzichtswerk is bedoeld voor (aankomend) orthopedagogen, psychologen, sociaal-pedagogische hulpverleners, leerkrachten, beleidsmakers en andere professionals die met agressieve jeugdigen te maken hebben of krijgen.

Stress bij kinderen

by Jan van der Ploeg

Stress komt niet alleen voor bij volwassenen, maar ook bij kinderen. Jarenlang is stress bij jeugdigen onderschat. Kinderen en jongeren maken wel degelijk stress mee; soms incidenteel, soms dagelijks. Dit boek laat zien wat stress betekent voor jeugdigen. Aan de orde komen onder meer een nadere typering van het begrip stress, mogelijke bronnen van stress, het omgaan met stress en de gevolgen van stress. Ook geeft het boek antwoord op de vraag wat professionals, leerkrachten en ouders kunnen doen als kinderen en jongeren gebukt aan onder te veel stress.

Gezinsvragenlijst (GVL) handleiding

by Prof. dr. van der Ploeg Prof. dr. Scholte

Doel van de testDe GVL meet de kwaliteit van gezins- en opvoedingsomstandigheden van kinderen in de leeftijd van 4 t/m 18 jaar. Gezinsomstandigheden hebben grote invloed op de gedrags- en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Wanneer zich in een gezin problemen voordoen, kan dit de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen ernstig verstoren. In de jeugdzorg is men er inmiddels van doordrongen dat het behandelen van alleen de jeugdige niet voldoende is, maar dat ook altijd aandacht voor het gezin noodzakelijk is. Gezinsvragenlijsten screenen de opvoedingsinvloed van het gezin meestal alleen via de ouder-kind relatie. Het gezin bestaat echter uit meerdere relaties: ook de relatie tussen de ouders onderling en tussen het gezin en haar omgeving zijn onderdeel van het gezinssysteem. De Gezinsvragenlijst meet deze meervoudige gezinsrelaties en screent zowel het opvoedgedrag van de ouders als het functioneren van het gezin als geheel. Afname brengt aan het licht waar het gezin eventueel tekort schiet, wat de risico’s zijn op problematisch gedrag bij een kind en waar de mogelijke oorzaken liggen van problemen in het gezin. Afname van de GVL verschaft aanknopingspunten voor interventies.ToepassingsmogelijkhedenScreening: screent het gezinsfunctioneren en spoort risicovolle pedagogische en gezinsomstandigheden op bij gezinnen met schoolgaande kinderen in het gewoon basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Periodieke afname brengt het beloop van risicovolle gezins- en opvoedingsomstandigheden in beeld. Diagnose: bepaalt of doorverwijzing naar jeugdzorg nodig is. Geeft aanknopingspunten voor gezinsinterventies. Bepaalt de aard en de ernst van problemen in de gezins- en opvoedingssituatie. Behandeling: geeft aanknopingspunten voor interventies. Evalueert de voortgang en de effectiviteit van interventies. Wat meet de GVL?De GVL screent de relaties tussen de ouders en het kind, tussen de ouders onderling en tussen het gezin en haar omgeving. Daarnaast screent  de GVL de context waarbinnen deze relaties zich afspelen: de organisatie van het gezin en de gezinsstructuur. De GVL bestaat uit vijf basisschalen die samen het totale gezinsfunctioneren vertegenwoordigen: • responsiviteit (de opvoedingsrelatie van de ouders met het kind)• communicatie (de communicatie van de ouders met het kind) • organisatie (de gezinscontext waarbinnen de gezinsrelaties plaatsvinden)• partnerrelatie (de onderlinge relatie tussen de ouders)• sociaal netwerk (de relaties van het gezin met de omgeving)Voor wie?De GVL wordt ingevuld door de ouders of opvoeders van het kind, of door personen die het kind en het gezin goed kennen. Maatschappelijk werkers, groepsleiders, psychologen, orthopedagogen en andere professionele hulpverleners kunnen de uitslagen van de test gebruiken ter taxatie van de gezins- en opvoedingssituatie van kinderen en gezinnen. Testuitslagen mogen echter alleen worden geïnterpreteerd door psychodiagnostisch geschoolde personen.Afname en scoringDe GVL bestaat uit 45 vragen. De afname duurt circa 30 minuten. Het invullen en scoren kan enerzijds handmatig plaatsvinden. U kunt de GVL ook geautomatiseerd afnemen en scoren met behulp van Testweb.Belangrijk: u kunt deze test alleen afnemen indien u over de GVL Handleiding beschikt.NormenInterpretatie van de scores vindt plaats door de scores van individuele respondenten te vergelijken met normen die het onderscheid tussen wel en geen problematiek weergeven. Voor de interpretatie worden in de handleiding de volgende normgegevens verstrekt:• Algemene bevolking• Klinische gezinnenMaterialen• GVL handleiding• GV

Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training (Paramedisch educatief)

by G.M. van der Poel M.W.A. Jongert J.J. de Morree

Het trainen van patiënten is een belangrijk deel van de fysiotherapie en oefentherapie. Een paramedicus heeft deskundigheid nodig op het gebied van effecten van inspanning en training op het lichaam. Kennis van inspanningsfysiologie, trainingsleer en meetmethoden maken het de therapeut mogelijk om patiënten functioneel te behandelen en om objectief vorderingen te meten bij revalidatie na trauma, bij chronische aandoeningen, bij ouderen en bij sportrevalidatietraining. In deze herziene derde editie is de tekst aangepast aan recente inzichten en waar mogelijk nog compacter geworden. De leesbaarheid is verder verbeterd door een andere opmaak en herziene figuren. Dit boek geeft compacte en leesbare inspanningsfysiologische basiskennis en kennis over trainen bij oefentherapie. In module I beschrijven de auteurs de belangrijkste inspanningsfysiologische systemen en in module II vertalen ze die op praktische wijze in de trainingsleer. Door de toevoeging van intermezzo’s en casusbeschrijvingen van diverse patiëntgroepen is het een goed, leerzaam en leesbaar boek geworden. Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training is bestemd voor studenten fysiotherapie in de bachelor- en masterfase, voor sportfysiotherapeuten en voor de beroepsgroepen van fysiotherapeuten en oefentherapeuten in het algemeen. Kortom; een boek voor elke paramedicus die zich wil verdiepen en scholen in de inspanningsfysiologie en de trainingsleer met hun toepassingen bij specifieke doelgroepen van patiënten.

Wat je speelt ben je zelf: Over spel en spelbegeleiding met specifieke aandacht voor mensen met een verstandelijke beperking

by L. van der Poel A. Blokhuis

Wat je speelt ben je zelf beschrijft de waarde van spel en spelbegeleiding voor de ontwikkeling van het individu. Spel is van wezenlijk belang voor de sociale, cognitieve, motorische en emotionele ontwikkeling van het kind. Maar ook voor volwassen mensen met een (verstandelijke) beperking is spel van onschatbare waarde.De kracht van dit boek ligt in een consequente integratie van theorie en praktijk. De theoretisch onderbouwing voor spelbegeleiding (deel 1) wordt duidelijk door veel verhelderende praktijkvoorbeelden. In deel 2 wordt aan de hand van advizen en vooreelden de praktijk van de spelbegeleding uiteengezet. Voor mensen met een (verstandelijke) beperking is specifieke aandacht. Samen met het boek Leven–de verhalen!, geschreven door Monique Wessels–Reijerse, is dit boek onderdeel van een project over spel en spelbegeleiding van Stichting Philadelphia Zorg.

Refine Search

Showing 1,076 through 1,100 of 1,325 results