Browse Results

Showing 1,101 through 1,125 of 1,325 results

Medisch-technisch handelen voor doktersassistenten (Basiswerk AG)

by J. van Amerongen F. Hersevoort-Zomer

In dit basiswerk worden de meest voorkomende medisch-technische handelingen voor doktersassistenten uitgewerkt. Daarbij is uitgegaan van de beschikbare beroepsstandaarden. De handelingen worden waar nodig visueel ondersteund met foto’s en gevolgd door handige praktijktips. Het boek is ten opzichte van de vorige druk geactualiseerd en uitgebreid met o.a. stemvorkproeven, Mini Mental State Examination, intramusculair injecteren in het ventrogluteale gebied en katheteriseren.Medisch-technisch handelen voor doktersassistenten is te gebruiken in diverse werkvelden (huisartsenpraktijk, jeugdgezondheidszorg, arbodienst en polikliniek). Door de systematische aanpak is het zowel geschikt als naslagwerk als voor iedereen die een opleiding tot doktersassistent volgt. De bij dit boek horende website laat van veel handelingen video’s zien en geeft toegang tot protocollen waarin de handelingen stap voor stap zijn beschreven. Jan van Amerongen is als arts (niet-praktiserend) verbonden aan het Alfa-college te Hoogeveen. Frieda Hersevoort-Zomer heeft ruim twintig jaar ervaring als doktersassistent en is als docent verbonden aan het Alfa-college te Hoogeveen. Beide auteurs zijn actief betrokken bij de nascholing van doktersassistenten.De speciaal voor deze druk ontwikkelde website biedt de daarbij horende gebruiksvriendelijke verdieping en ondersteuning.• bijna 30 video’s• toetsen• ruim 40 protocollen• volledige tekst en afbeeldingen

Eigen spreekuur en chronische ziekten (Basiswerk AG)

by M.C.A.P.J. van Abeelen

Dit boek helpt doktersassistenten om hun eigen spreekuren te draaien. Het biedt achtergrondkennis om zelfstandig te werken, patiënten te begeleiden, een luisterend oor te bieden en voorlichting te geven. Ook gaat het boek in op het contact met chronische patiënten en hun familieleden. Het is ook geschikt voor praktijkverpleegkundigen, en assistenten of verpleegkundigen in opleiding. In Eigen spreekuur en chronische ziekten gaan de eerste hoofdstukken over het eigen spreekuur. Ze zijn geschreven vanuit de praktijk, met reële vragen en praktische adviezen om direct mee aan de slag te gaan. Verder besteedt het boek aandacht aan de specifieke problematiek van de chronische patiënt. Die wordt verduidelijkt met interessante casussen uit de huisartsenpraktijk. De NHG-standaarden zijn telkens het uitgangspunt voor behandelingen en adviezen. Deze derde druk is helemaal geactualiseerd. Nieuw is het hoofdstuk over de bevolkingsonderzoeken op darm- en borstkanker. Het hoofdstuk over BVO baarmoederhalskanker is uitgebreid.Marien van Abeelen werkte als huisarts in Losser en heeft jarenlange ervaring als docent aan het ROC van Twente.

Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek

by M. J. N. Madeleine Rijckmans A. Arno Van Dam L. M. C. Wies Van Den Bosch

Behandelaren in de GGZ worden in toenemende mate geconfronteerd met mensen met antisociale problematiek. Dit praktijkboek geeft handvatten voor de behandeling van mensen met antisociaal gedrag voortkomend uit persoonlijkheidsproblematiek. De handvatten zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis en best practices. Het boek is bedoeld voor psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkenden en (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundigen werkzaam binnen de reguliere en forensische GGZ. Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek laat aan de hand van praktijkvoorbeelden zien hoe de behandelaar kan omgaan met specifieke behandelsituaties en hulpvragen als agressie, middelengebruik en suïcidaliteit. Daarnaast beschrijft het boek methodes om cliënten en hun sociale omgeving te helpen het antisociale gedrag te veranderen of er beter mee om te gaan. Ook wordt er aandacht besteed aan de emoties die deze cliënten oproepen bij behandelaren en aan de vraag hoe behandelaren hier effectief mee om kunnen gaan. Het eerste deel beschrijft argumenten voor en tegen het behandelen van mensen met antisociaal gedrag of antisociale persoonlijkheidsproblematiek. Daarna worden de mogelijkheden van het doen van diagnostiek en risicotaxatie binnen de reguliere GGZ beschreven en wordt stilgestaan bij het belang van de therapeutische relatie. Vervolgens worden theorieën en technieken beschreven om de doelgroep te motiveren voor behandeling. In het tweede deel staan de meer specifieke problematieken van de doelgroep centraal, zoals het voorkomen en behandelen van agressie, omgaan met verslavingsproblematiek en suïcidaliteit. Het derde deel beschrijft specifieke behandelmethodieken, waaronder Dialectische gedragstherapie, de forensische variant van Schemagerichte therapie, Farmacotherapie, Systeemtherapie en een meer outreachende benadering. Praktijkboek antisociaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek is geschreven onder redactie van Dr. Madeleine Rijckmans, Dr. Arno van Dam en Dr. Wies van den Bosch. Zij werken alle drie als behandelaar in de klinische (forensische) praktijk en doen wetenschappelijk onderzoek. Ook zijn ze lid van het internationaal Podium Antisociaal Gedrag van waaruit ze proberen de behandelpraktijk voor deze doelgroep te verbeteren.

Keel-, neus- en oorchirurgie (Operatieve zorg en technieken)

by Hanneke Mulder Eefke Albers

Het leerboek Keel-, neus- en oorchirurgie biedt de operatieassistent in opleiding de grondbeginselen van het specialisme keel-, neus- en oorheelkunde. De meest voorkomende operatieve behandelingsmethoden worden helder onder de aandacht gebracht. Het boek kent een unieke en zeer praktische opbouw. Na het eerste deel, dat de algemene richtlijnen bij de keel-, neus- en oorchirurgie beschrijft, volgen vijf delen die in willekeurige volgorde bestudeerd kunnen worden. Deel twee bespreekt de operaties aan het oor; gevolgd door deel drie met de operaties aan de neus en de (niet-) endoscopische operaties aan de neusbijholten. In deel vier volgen de operaties in de mondkeelholte, aan de speekselklieren en de hals; deel vijf bespreekt de oncologische operaties; het laatste deel gaat in op de endosopieën binnen het vakgebied van de keel-, neus- en oorheelkunde. Een handige index maakt het leerboek compleet.

Informatorium voor Voeding en Diëtetiek – Supplement 101 – april 2019: Dieetleer en Voedingsleer

by Majorie Former Gerdie Van Asseldonk Jacqueline Drenth Caroelien Schuurman

Het Informatorium voor voeding en diëtetiek is een systematisch naslagwerk met alles wat men moet weten op het gebied van voeding en diëtetiek. Dit standaardwerk voor iedere diëtist is online toegankelijk gemaakt via een geavanceerd zoeksysteem, waardoor men altijd snel en efficiënt antwoorden op vragen vindt over voeding en diëtetiek.

Gynaecologische chirurgie (Operatieve zorg en technieken)

by Natalie de Callafon Myron Dijkstra

Dit leerboek beschrijft de belangrijkste gynaecologische operaties en operatietechnieken. De basis wordt uitgebreid behandeld en het boek geeft achtergrondinformatie bij de verschillende ziektebeelden binnen de gynaecologische chirurgie. Het is bedoeld voor (aanstaande) operatieassistenten. Het boek is opgebouwd uit vier delen. Het eerste deel beschrijft de algemene basisrichtlijnen met betrekking tot vaginale operaties. Deel twee gaat over operaties met vaginale benadering. In deel drie worden de abdominale operaties besproken en in deel vier komen de laparoscopische operaties aan bod. Deze nieuwe editie van Gynaecologische chirurgie heeft een overzichtelijkere opzet. Ook zijn de meest recente ontwikkelingen en nieuwste operatietechnieken opgenomen. Tevens leest u over de meest voorkomende laparoscopische technieken waarbij een robot assisteert. Gynaecologische chirurgie is onderdeel van de reeks Operatieve zorg en technieken waarin verschillende chirurgische (sub-)specialismen worden behandeld. 

Leerboek neurologie

by Edo Richard Vincent J.J. Odekerken Marie-Claire Y. de Wit

Dit boek maakt het complexe vakgebied neurologie overzichtelijk. Het helpt op basis van de anamnese en het lichamelijk onderzoek vaak al de diagnose te stellen. Daarbij neemt het de klinische presentatie van patiënten als uitgangspunt, en legt het de nadruk op patroonherkenning als startpunt voor de differentiële diagnose. Functionele neuroanatomie wordt besproken in samenhang met het neurologisch onderzoek. Het boek is bestemd voor studenten geneeskunde, maar is ook geschikt voor bijvoorbeeld fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten.Deze achtste druk van Leerboek neurologie is geactualiseerd met nieuwe behandelingen. Ook ligt er meer nadruk op probleemgeoriënteerd onderwijs en interactief werken. E-learnings, toetsvragen, vernieuwde illustraties en online verdiepingsparagrafen maken het studeren aantrekkelijker en makkelijker. Elk hoofdstuk wordt in kernpunten samengevat en er is veel digitaal verdiepingsmateriaal beschikbaar.De redactie bestaat uit dr. E. Richard (Radboud UMC, Nijmegen), dr. V.J.J. Odekerken (Amsterdam UMC – locatie AMC), dr. M.C.Y.  de Wit (Erasmus MC, Rotterdam).De auteurs van de hoofdstukken over specifieke ziektebeelden werken in verschillende academische en niet-academische ziekenhuizen en zijn allen expert op het gebied waar ze over schreven.

Emotieregulatietraining bij kinderen en adolescenten: Therapeutenboek

by Caroline Braet Matthias Berking

Dit boek Emotieregulatie; Training van kinderen en adolescenten, beschrijft een concreet stappenplan van een goed geëvalueerde emotieregulatietraining. Het boek is gericht op psychotherapeuten, klinisch psychologen, GZ-psychologen, orthopedagogen en psychiaters. U leest in dit boek alle recente inzichten over goede emotieregulatiemethodieken en hoe deze toe te passen. Hieruit wordt duidelijk dat emotieregulatie méér is dan praten over gevoelens en ontspanningsoefeningen doen. Het resultaat is een training in 12 sessies waarbij geëvalueerde methodieken in een vaste volgorde worden aangeleerd en aangepast zijn aan de doelgroep: kinderen en adolescenten tussen 10 en 16 jaar. De auteurs vormen samen de Gentse onderzoeksgroep ‘Klinische Ontwikkelingspychologie’. Ze werden getraind door Matthias Berking die het boek Emotieregulatie schreef dat eerder in 2017 is verschenen. In Emotieregulatie; Training van kinderen en adolescenten wordt uitgelegd hoe het komt dat emoties zo overweldigend kunnen zijn dat kinderen ze niet meer goed kunnen reguleren. Sommige kinderen worden dan agressief, terwijl anderen blijven hangen in hun gevoel en gaan rumineren. Weer anderen zijn bang voor hun gevoelens en proberen ze te vermijden, bijvoorbeeld door ze weg te drinken of te eten. Dit boek legt uit waarom sommige kinderen en adolescenten emoties wel adequaat kunnen reguleren en anderen niet. Hierbij wordt de link met de ontwikkeling van psychopathologie gelegd. In het theoretische deel wordt vooraf ook uiteengezet wat emotieregulatie is, hoe het ontwikkelt in de kindertijd, hoe het wordt gemeten, en hoe het een rol speelt (transdiagnostisch) in heel veel probleemgebieden in de kindertijd.

Cognitieve gedragstherapie bij: Baas over obesitas (Kind en adolescent praktijkreeks)

by Leonie van Ginkel Sjoukje Adema

Dit boek geeft therapeuten uitleg over de behandeling van jongeren met obesitas door cognitieve gedragstherapie. Het doel van de behandeling is een duurzaam gezonde leefstijl voor het hele gezin. Het protocol is geschreven als groepsbehandeling, maar kan ook individueel worden gebruikt. Het boek is bedoeld voor therapeuten, psychologen en psychiaters in en buiten de kinder- en jeugdpsychiatrie.Cognitieve gedragstherapie bij (LVB-)jongeren met obesitas (van 15 tot 23 jaar) bestaat uit twee delen. Het eerste deel is de theoretische onderbouwing van de behandeling. Dit deel bevat wetenschappelijke inzichten en pragmatische aspecten van de diagnostiek en behandeling van obesitas bij jongeren. Het tweede deel bestaat uit een praktische handleiding voor de behandeling: achttien bijeenkomsten en vier boosterbijeenkomsten, die concreet worden uitgewerkt. Daarnaast worden vier ouderbijeenkomsten beschreven. In de behandeling staan cognitieve gedragstherapie, systeemtherapie en positieve psychologie centraal. Het boek bevat ook werkvormen voor psychomotorische therapie. Bij de handleiding hoort het werkboek voor jongeren, Baas over obesitas. Hierin staan duidelijke uitleg, aantrekkelijke werkvormen en handige registratielijsten. Door het concrete werkboek en de opbouw van de bijeenkomsten, is het protocol ook geschikt voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Cognitieve gedragstherapie bij (LVB-)jongeren met obesitas is geschreven door Leonie van Ginkel, gezondheidszorgpsycholoog, cognitief gedragstherapeut en supervisor VGCt, en Sjoukje Adema, cognitief gedragstherapeutisch werker VGCt.

Handboek organisatie van de huisartsenpraktijk (Basiswerk AG)

by B. van Abshoven

Dit handboek geeft (aanstaande) doktersassistenten handvatten voor het uitvoeren van administratieve en organisatorische werkzaamheden in de huisartsenpraktijk. Zo leer je hoe je een kwaliteitssysteem kunt opzetten en aanpassen en welke vormen van declareren er zijn. Dit is de tweede geheel herziene druk van Handboek organisatie van de huisartsenpraktijk.In deze versie staat meer informatie over ICPC-codering en episodegericht registreren. Bovendien worden er nieuwe onderwerpen besproken, zoals de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de klachtenwet Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg). Ook is er veel aandacht voor ketenzorg. Handboek organisatie van de huisartsenpraktijk bestaat uit hoofdstukken die oplopen in complexiteit. Het begint met het beschrijven van alledaagse taken die je als doktersassistent uitoefent. En eindigt met het uitleggen van de achterliggende visies over kwaliteit en veiligheid. Je leest wat procesmatig werken is en wat het inhoudt om protocollair te werken. Het onderwerp ketenzorg vind je in verschillende hoofdstukken, vanuit verschillende invalshoeken terug. Dit handboek levert een belangrijke bijdrage aan deeltaken B1-K1, B1-K3, B1-K4 van het kwalificatiedossier Doktersassistent (01-08-2015).Het boek is toegankelijk dankzij ondersteunende foto’s en dankzij tekeningen van Rosali Dewi Bosma die je laten nadenken over de praktijkorganisatie.Barbara van Abshoven doceerde assistenten in de gezondheidszorg op het ROC Midden Nederland. Momenteel werkt zij als praktijkmanager bij Praktijk Catharijnesingel in Utrecht. Zij is medeauteur van de boeken Voetstappen in de samenleving en Assistent en maatschappij, burgerschap voor AG.

Neurorevalidatie: Uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging

by Ben van Cranenburgh

Dit boek bespreekt het brede gedachtegoed van de neurorevalidatie op basis waarvan patiënten met een hersenaandoening een weloverwogen behandeling en begeleiding geboden kan worden. Het behandelt de biologische en leertheoretische grondslagen, biedt een praktische uitwerking van de theorie en laat nieuwe perspectieven uit wetenschappelijk onderzoek zien. Het boek is bedoeld voor medici, paramedici, psychologen en verpleegkundigen. Neurorevalidatie, uitgangspunten voor therapie en training na hersenbeschadiging maakt deel uit van de zesdelige serie ‘Toegepaste neurowetenschappen’. Het boek gaat over herstel na hersenbeschadiging en de mogelijkheden dit door therapie of training te beïnvloeden. Ongenuanceerde opvattingen als ‘Eenmaal laesie, altijd gestoord’ en ‘Na zes maanden is geen verder herstel meer te verwachten’, worden ontzenuwd en vervangen door realistische informatie. Doemdenken en therapeutisch nihilisme zijn verleden tijd. Nieuwe inzichten in de plasticiteit van de hersenen en in uiteenlopende mechanismen van herstel, rechtvaardigen een positief denkklimaat. Deze vijfde editie is geheel geactualiseerd; de verschillende leerstrategieën die bij de neurorevalidatie kunnen worden ingezet zijn gebundeld in een apart hoofdstuk. Het boek is opgebouwd uit drie delen. Eerst wordt de biologische basis besproken. U leest over belangrijke neurowetenschappelijke concepten, plasticiteit, het herstelvermogen en enkele praktijkvoorbeelden van opmerkelijk herstel. Het tweede deel gaat over de leertheoretische basis: de principes van leren en het geheugen, het leren van motorische vaardigheden en het leren en afleren van gedrag. Revalidatie = leren! In het laatste deel wordt de praktische uitwerking besproken. Het geeft antwoord op de vraag: welke therapeutische interventie gebruik je waarom, wanneer en bij wie? De systematiek van de empirische cyclus is de leidraad bij individueel toegesneden probleemanalyse en behandelprogramma.   Aan de hand van vele voorbeelden op het gebied van motoriek, cognitie en gedrag worden de probleemanalyse en interventiestrategieën praktisch uitgewerkt. Recent wetenschappelijk onderzoek naar het effect van specifieke therapieën en leerstrategieën levert onvermoede perspectieven voor de patiënt met hersenbeschadiging. Het boek is ook digitaal beschikbaar met deeplinks naar casuïstiek en YouTube-video’s, vragen en antwoorden en samenvattingen. Neurowetenschapper Ben van Cranenburgh studeerde geneeskunde in Amsterdam en was als wetenschappelijk medewerker verbonden aan onder meer het Nederlands Centraal Instituut voor Hersenonderzoek en het Revalidatie Centrum Amsterdam. In 1987 richtte hij het Instituut voor toegepaste neurowetenschappen (stichting ITON) op, waarvan hij tot op heden directeur is. De stichting ITON biedt nascholingscursussen aan op het gebied van de toegepaste Neurowetenschappen.

Preventie door paramedici: Gezondheidsbevordering en zelfmanagement

by Barbara Sassen

Dit boek toont hoe patiënten, ondersteund door professionals, zelf hun gezondheid kunnen verbeteren, door hun leefstijl te veranderen, hun gezondheid te monitoren en hun zelfmanagement te optimaliseren. Het boek is geschreven voor studenten fysiotherapie, diëtetiek, mondhygiëne, logopedie, farmakunde, cesartherapie, oefentherapie, sportkunde en optometrie, kortom voor alle toekomstige professionals in de paramedische zorg.In Preventie door paramedici leest u hoe succesvolle leefstijlverandering en effectief zelfmanagement leiden tot verbeterde therapietrouw, patiëntparticipatie en shared decision making. Dat vraagt om een gemotiveerde patiënt én om een gemotiveerde en betrokken professional. De professional is daarbij verantwoordelijk voor de ondersteuning. Het boek bespreekt gezondheid op micro-, meso- en macroniveau en geeft handen en voeten aan preventie, gezondheidsbevordering en -voorlichting voor de verschillende paramedische beroepen. Daarvoor is gebruikgemaakt van recente gegevens uit wetenschappelijk onderzoek en ervaringen uit de beroepspraktijk. Het boek bevat twee trainingen ‘bevorderen van het zelfmanagement van de patiënt’ en ‘de professional als gezondheidscoach’.Dr. Barbara Sassen is verbonden aan de University of Applied Science, faculteit Gezondheidszorg, Hogeschool Utrecht.

Handboek leefstijlgeneeskunde: De basis voor iedere praktijk

by Maaike De Vries Tamara De Weijer

Dit boek geeft artsen (in opleiding), praktijkondersteuners en verpleegkundigen, apothekers, paramedici, ggz-medewerkers en andere professionals in en om de zorg een heel praktisch en actueel overzicht van de leefstijlgeneeskunde. Wat is het? Wat werkt en wat niet? En hoe kan ik het inzetten in mijn klinische praktijk, met en bij mijn patiënten? Tot voor kort werd leefstijl vooral gezien als een middel ter preventie van aandoeningen. In toenemende mate worden voeding, beweging, ontspanning, slaap, sociale contacten en zingeving ook succesvol ingezet bij de behandeling van chronische aandoeningen. In dit boek presenteren vooraanstaande hoogleraren de evidence en goede praktijkvoorbeelden op hun vakgebied. Dit boek behandelt preventie en behandeling van veel voorkomende aandoeningen vanuit het perspectief van de leefstijlgeneeskunde. Het geeft context en praktische handvatten over hoe mensen te motiveren en te bewegen tot een andere leefstijl. Een aanrader voor iedereen die werkt in de zorg en die zich wel eens afvraagt of het ook anders kan; meer gezondheid en kwaliteit van leven, minder medicijnen en bijwerkingen, meer eigen regie van patiënten en meer werkplezier.

Vakbekwaam indiceren: Een handreiking voor wijkverpleegkundigen

by Henk Rosendal José van Dorst

Dit boek helpt bij het indiceren van ‘verpleging en verzorging zonder verblijf’. Het 7-stappenmodel zorgt ervoor dat er onderbouwd en transparant geïndiceerd wordt. Deze handreiking is bedoeld voor wijkverpleegkundigen en studenten verpleegkunde.Deze geheel herziene versie van Vakbekwaam Indiceren is overzichtelijker doordat stappen uit het 11-stappenmodel zijn samengevoegd. Het nieuwe 7-stappenmodel is ook in lijn met het verpleegkundig proces, de basis van verpleegkundig handelen. Hoewel in deze handreiking in eerste instantie is uitgegaan van Nanda-I, Noc en Nic, wordt per stap ook aangegeven hoe gebruikers van het Omaha-systeem hiermee om kunnen gaan.Aan de hand van het verpleegkundig proces worden de volgende stappen besproken: anamnese/assessment, verpleegkundige diagnoses, bepalen zorgresultaten, indiceren, organiseren/uitvoeren, monitoren/evalueren en borgen kwaliteit. Dit is de meest logische en meest gebruikte volgorde. Toch moet het in de praktijk wel eens anders. Daarom sluit het boek af met een hoofdstuk over een alternatieve werkwijze.Vakbekwaam Indiceren is geschreven door Henk Rosendal, lector De Gezonde Wijk bij Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam en José van Dorst, vakinhoudelijk manager bij TWB Thuiszorg met Aandacht.

Slaaptraining voor jongeren op basis van CGT en motiverende gespreksvoering: Mijn Slaap Plan (Kind en adolescent praktijkreeks)

by Marije Kuin Bianca Boyer

In dit boek wordt het protocol Slaaptraining voor jongeren uitgelegd. Het protocol is gebaseerd op cognitieve gedragstherapie (CGT) en motiverende gespreksvoering. Het boek is bedoeld voor hulpverleners die jongeren (12-19 jaar) behandelen met slaapproblemen, ook als er daarnaast sprake is van andere psychische problematiek. Slaapproblemen hebben invloed op het dagelijkse functioneren en kunnen psychische problemen veroorzaken of verergeren. Daarnaast kunnen slaapproblemen een belemmering zijn voor de behandeling en het herstel van andere psychische problemen. In Slaaptraining voor jongeren op basis van CGT en motiverende gespreksvoering geven de auteurs aan dat veel jongeren graag beter zouden willen slapen, maar het toch moeilijk vinden om hun slaapgedrag aan te passen. Daarom is motiverende gespreksvoering een belangrijk onderdeel van het protocol; om hun motivatie voor verandering te onderzoeken en - waar mogelijk - te vergroten. Jongeren kunnen tijdens de behandeling samen met hun hulpverlener aan de slag met het bijbehorende werkboek Mijn Slaap Plan.Slaaptraining voor jongeren op basis van CGT en motiverende gespreksvoering is geschreven door Marije Kuin en Bianca Boyer. Marije is GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij Psychologenpraktijk Kuin, Bianca is GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij Psychologenpraktijk Kuin en docent/onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam.

Mijn Slaap Plan: Werkboek Slaaptraining voor jongeren op basis van CGT en motiverende gespreksvoering (Kind en adolescent praktijkreeks)

by Marije Kuin Bianca Boyer

Slaapproblemen zijn voor iedereen anders en met dit werkboek kom je erachter wat voor jou de meest handige oplossing is om weer goed te gaan slapen. Het boek is bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 19 jaar, maar soms past het ook als je iets jonger of ouder bent. Mijn Slaap Plan helpt om je slaapritme en de oorzaken van slaapproblemen in kaart te brengen. Het werkboek helpt je om te onderzoeken of je jouw slaapgedrag kunt veranderen. Het is handig als iemand met je meedenkt en je begeleidt, bijvoorbeeld een therapeut of trainer. Ook als je daarnaast last hebt van andere psychische problemen, zoals ADHD of somberheid, kun je dit werkboek gebruiken. Goed slapen kan ook een positief effect hebben op die andere problemen.Het werkboek is een soort keuzemenu waar je verschillende dingen van kunt proberen. Kies – samen met je therapeut – met welke oefening of tip je gaat experimenteren. Bij Mijn Slaap Plan hoort de Handleiding voor therapeuten: Slaaptraining voor jongeren op basis van CGT en motiverende gespreksvoering.Marije Kuin is als GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut werkzaam in Psychologenpraktijk Kuin. Bianca Boyer is GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut bij Psychologenpraktijk Kuin en docent/onderzoeker bij de Universiteit van Amster­dam. 

Executieve Functies Vragenlijst (EFV) handleiding

by E.M. Scholte J.D. van der Ploeg

Doel van de testDe Executieve Functies Vragenlijst (EFV) geeft snel zicht op de werking van de denkprocessen van kinderen en jeugdigen. Onder de executieve functies (EF) vallen: werkgeheugen, mentale flexibiliteit, impulsbeheersing  en emotieregulatie. EF stellen kinderen en jongeren in staat controle te houden over hun denken, doen en voelen. De denkprocessen zijn van groot belang voor het functioneren thuis, op school en in de samenleving. Als de processen haperen leidt dat tot problemen.  Achter ontwikkelingsproblemen van jeugdigen, zoals leerproblemen, autisme, ADHD, agressie en angst- en stemmingsstoornissen gaan vaak problemen met de executieve functies schuil. Voor behandelingen is het een grote meerwaarde te weten aan welke EF het schort, zodat de interventie daarop kan worden afgestemd. Training van de executieve functies biedt een extra perspectief op verbetering.ToepassingScreening: spoort vroegtijdig problemen met de executieve functies opDiagnostiek: ondersteunt en verdiept de diagnostiek van diverse stoornissen en leerproblemenBehandeling: geeft aanknopingspunten voor het trainen van de executieve functies en draagt zo bij aan het oplossen van leerproblemen en de behandeling van stoornissen Wat meet de EFV?De Executieve Functies Vragenlijst (EFV)  meet de werking van de denkprocessen van kinderen en jeugdigen. De schaalindeling van de EFV iet er als volgt uit:EFV leerfuncties- werkgeheugen  (vermogen om kennis te verwerven en toe te passen)- mentale flexibiliteit (vermogen om soepel en doordacht van taak en situatie te                   wisselen)EFV gedragsfuncties- impulsbeheersing (vermogen om eerst na te denken alvorens te handelen)- emotieregulatie (vermogen om te weten hoe om te gaan met emoties)EFV TotaalscoreVoor wie?De EFV wordt ingevuld door ouders of opvoeders van het kind of andere personen (bij leerkrachten) die het kind goed kennen (informantenrapportage). Maatschappelijk werkers, groepsleiders, leerkrachten, logopedisten, psychologen, (ortho)pedagogen en andere professionele hulpverleners kunnen de uitslagen van de test gebruiken om te bepalen of kinderen problemen hebben op het gebied van de executieve functies. Testuitslagen mogen echter alleen worden geïnterpreteerd door psychodiagnostisch bevoegde professionals.Afname en scoringDe EFV bestaat uit 24 items met gedragingen die de werking van executieve functies representeren. Op een 5-puntschaal geeft men aan in hoeverre de gedragingen van toepassing zijn. Het invullen van duurt circa vijftien minuten. Afnemen en scoren kan handmatig worden gedaan met behulp van scoreformulieren. U kunt de EFV ook geautomatiseerd afnemen en scoren met behulp van Testweb. Belangrijk: u kunt deze test alleen afnemen indien u over de EFV-handleiding beschikt.NormenDe EFV heeft normen voor kinderen en jongeren van 4 t/m 18 jaar. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen scores van jongens en meisjes. Dit leidt tot de volgende normtabellen:- algemene bevolking  meisjes 4 t/m 11 jaar- algemene bevolking jongens  4 t/m 11 jaar- algemene bevolking  meisjes 12 t/m 18 jaar- algemene bevolking jongens 12 t/m 18 jaarMateriaalEFV handleidingEFV scoreformulieren (per 25)EFV online afname 

Administratie voor tandartsassistenten (Basiswerk AG)

by Maria de Vries Elly Hogeveen

Dit boek helpt je een goede tandheelkundige administratie te voeren. Het leert je de patiëntenadministratie en de declaraties correct te doen. En je leert hoe je rekening houdt met de wetgeving over het patiëntendossier en de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Het boek is bedoeld voor assistenten in opleiding, maar is ook een prima naslagwerk voor medewerkers in de tandheelkundige praktijk.Administratie voor tandartsassistenten bevat uitgebreide informatie over de tandheelkundige zorg in Nederland en handige tips voor het correct voeren van de tandheelkundige administratie. In elk hoofdstuk vind je veel opdrachten die op de dagelijkse praktijk gebaseerd zijn. Online vind je eindopdrachten, extra frontoffice-opdrachten en zijn er bij elk hoofdstuk toetsvragen toegevoegd. Verder vind je online een uitgebreid gefingeerd patiëntenbestand dat je voor de opdrachten kunt gebruiken. Het boek is rijk geïllustreerd en bevat het een afkortingenlijst van tandheelkundige begrippen en een register. Maria de Vries is docent aan de opleiding tot tandartsassistent aan Noorderpoort in Groningen en werkt als praktijkmanager bij Tandartsenpraktijk Burgum. Elly Hogeveen is van oorsprong tandarts- en preventieassistent en verzorgt nu de lessen vaardigheid, administratie en omgangskunde aan de opleiding tot tandartsassistent van ROC Friese Poort. 

CAPS-CA DSM-5 – handleiding: Klinisch interview voor PTSS bij kinderen en adolescenten

by Ramón Lindauer

Doel van de testDe CAPS-CA 5  is een semigestructureerd interview voor het diagnosticeren van post-traumatische stressstoornis (PTSS) en acute stressstoornis bij kinderen en adolescenten volgens de criteria van de DSM 5. Onbehandelde PTSS heeft bij kinderen en adolescenten een ernstige negatieve invloed op de ontwikkeling en het psychosociaal functioneren, terwijl evidence-based traumabehandelingen beschikbaar zijn. Signalering van traumagerelateerde klachten is dan ook van belang om ernstige problemen op het gebied van de psychosociale ontwikkeling te voorkomen. Toepassing• Individuele diagnostiek: stelt de aanwezigheid van PTSS en acute stressstoornis vast volgens de DSM 5. Stelt de impact vast van de aanwezige symptomen op het psychosociaal functioneren.• Evaluatie: meet het effect van (evidence-based) traumabehandeling.Wat meet de CAPS-CA 5?De CAPS-CA  5 meet de frequentie en de intensiteit van symptomen die samenhangen met de DSM 5 PTSS-kenmerken en stelt daarnaast vast wat de impact van deze symptomen is. Voor wie?De CAPS-CA 5  wordt afgenomen door psychologen, orthopedagogen en kinder- en jeugdpsychiaters. Afname en scoringDe CAPS-CA 5 wordt individueel bij kinderen afgenomen. De duur van het interview is ca. 45-60 minuten (afhankelijk van de leeftijd van het kind, en de ernst en type van het trauma). Hulpmiddelen bij de afnameEr zijn hulpmiddelen die men kan gebruiken bij de afname van de CAPS-CA 5: een kalender, een  intensiteitsblad en een frequentieblad. Deze hulpmiddelen zijn gratis downloadbaar via de BSL site en te vinden op de pagina van de complete set van de CAPS-CA 5. Het intensiteitsblad en frequentieblad zijn ook als herbruikbare plastic kaart opgenomen in de complete set. NormenDe CAPS-CA  5 wordt vooralsnog gebruikt met de valideringsgegevens van de vorige editie van de CAPS-CA uit 2014 die werd onderzocht met een groep kinderen die één of meer traumatische gebeurtenissen meemaakten en met kinderen die stressvolle gebeurtenissen meemaakten die niet aan het A-criterium voldeden. Deze valideringsgegevens zijn al bijlag opgenomen in de handleiding van de CAPS-CA 5. Materiaal• Complete set (handleiding, set interviewboekjes, frequentiekaart en intensiteitskaart)• Interviewboekjes (set van 10 stuks) 

Samenwerken tussen zorgorganisaties: Over contract, joint venture en fusie

by Ernie van Dooren Fenna van Dijk Maarten van der Voort Henrike Berghuis

Met de recente decentralisaties in de care ontstaat er een nieuw speelveld waarbij beleidsterreinen in elkaar overvloeien en de burger en de cliënt centraal staan. Niet meer de aandoening of beperking is bepalend maar de persoonlijke situatie. In de cure is een ontwikkeling te zien waarbij er steeds meer wordt gezocht naar efficiënter werken. De care en de cure worden steeds meer logisch met elkaar verbonden en nieuwe vormen van integrated care ontstaan. Deze ontwikkelingen hebben effect op zorgaanbieders. Waar ze tot voor kort per sector waren georganiseerd, ontstaan er steeds meer intersectorale verbanden. Concreet betekent dit dat zorgaanbieders zich hierop moeten aanpassen. Partijen gaan samenwerken of joint ventures oprichten. Uiteindelijk ontstaan nieuwe organisaties door fusies en overnames.In de praktijk bestaat veel onduidelijkheid over een efficiënte inrichting van samenwerkingen en de consequenties daarvan. Er blijkt een grote vraag naar een handzame toelichting over de verschillende mogelijkheden van samenwerken en over de organisatorische en juridische consequenties. Met dit boek willen we leden van raden van bestuur en toezicht, bestuurders, managers en anderen die met samenwerkingen te maken krijgen meer duidelijkheid geven. We pretenderen hiermee niet volledig (juridisch) uitputtend te zijn maar willen een handzaam overzicht geven. In dit boek komen de bedrijfskundige, fiscale, juridische en organisatorische aandachtspunten en consequenties van de verschillende vormen van samenwerking aan de orde. Deze worden verduidelijkt door een aantal casussen en checklists die als bijlagen zijn opgenomen.

Digivaardig sociaal werk: Handboek voor de digitale transitie

by Hans Versteegh

Dit boek helpt professionals in het sociaal domein om vorm te geven aan de digitale transitie, en om hun functie eigentijds in te vullen. Het laat zien waarom digitale technologie ook in het sociaal domein essentieel is. En legt tegelijk de vinger op de zere plek: nog lang niet overal is men daar serieus mee bezig. Het boek richt zich op studenten, professionals, leidinggevenden, bestuurders en beslissers in zorg en welzijn.Digivaardig sociaal werk, Handboek voor de digitale transitie is opgebouwd uit voorbeelden en vraagstukken uit de praktijk. Deze zijn aangedragen door professionals en organisaties uit het sociaal domein. Het boek is een wake-upcall en laat zien dat alleen digivaardige professionals mensen kunnen helpen die moeilijk meekomen in de steeds verder digitaliserende maatschappij. Het laat zien wat er al mogelijk is en al gedaan wordt, op een praktische, inzichtelijke manier.Hans Versteegh is adviseur, trainer en auteur over digitale transitie en social media in het sociaal domein. Hij heeft meer dan 25 jaar ervaring als sociaal werker en opbouwwerker. Sinds 2011 geeft hij lezingen, workshops en trainingen. Inmiddels heeft hij al duizenden collega’s geïnspireerd en geholpen digitale technologie toe te passen.

Fysiotherapie bij peesaandoeningen: Deel 1: onderste extremiteit (Orthopedische casuïstiek)

by Koos Van Nugteren Patty Joldersma

Dit boek beschrijf de meest voorkomende peesaandoeningen van de onderste extremiteit. Van iedere aandoening wordt een voorbeeldcasus beschreven met daarbij de symptomen en belangrijkste bevindingen van het functieonderzoek. Zo wordt duidelijk hoe de aandoening is te herkennen. Als de beschreven aandoening kan worden behandeld met een oefenprogramma dan wordt deze in een apart hoofdstuk beschreven en geïllustreerd. (Sport)fysiotherapeuten, kinesitherapeuten, oefentherapeuten en (sport)artsen kunnen het boek ‘Peesaandoeningen’ gebruiken om hun kennis op te frissen. Door de overzichtelijke opbouw is het boek bovendien geschikt als leerboek voor opleidingsdoeleinden. Dit is uitgave 30 van de serie ‘Orthopedische Casuïstiek’. Tweemaal per jaar verschijnt er een nieuw deel in deze serie. De serie is ook online beschikbaar op abonnementsbasis. Deze uitgave in de serie ‘Orthopedische Casuïstiek’ is geschreven onder redactie van Koos van Nugteren (fysiotherapeut) en Patty Joldersma (sportfysiotherapeut en fitnesstrainer).

Geneeskundig Jaarboek 2020


Het Geneeskundig Jaarboek 2020 is hét recept voor iedereen die medicijnen voorschrijft, verkoopt of toedient. In het jaarboek vindt u de beschrijving van alle werkzame geregistreerde geneesmiddelen in Nederland, dat zijn er meer dan 2.000.

Leerboek metabolisme en voeding

by F.C. Schuit

Dit boek behandelt de belangrijkste aspecten van het menselijke metabolisme op een inzichtelijke manier. Het bespreekt de basisbegrippen, de complexe relatie tussen metabolisme en voeding en tussen metabolisme en ziektemechanismen. Het boek is bestemd voor studenten geneeskunde, mondzorg, farmacie en biomedische wetenschappen, hbo voeding en diëtetiek. De inhoud van het boek is verweven met een van de pijlers van de bachelorfase van de hiervoor vermelde opleidingen: de chemische basis van gezondheid en ziekte. Metabolisme gaat over chemische reacties die brandstoffen omzetten in nuttige energie en bouwstenen vanuit de voeding opbouwen tot bestanddelen van het lichaam. Het is belangrijk om te weten hoe het metabolisme normaal werkt en inspeelt op dagelijkse veranderingen in de voedingstoestand en fysische activiteit. Maar ook wat er speelt bij specifieke stofwisselingsziekten en de complexe bijdragen van een veranderd metabolisme aan frequente ziekten zoals diabetes en kanker.De derde herziene druk van Leerboek metabolisme en voeding bestaat uit twaalf hoofdstukken. De kernleerstof wordt ondersteund door 270 afbeeldingen, concrete leerdoelen en studeeraanwijzingen. In elk hoofdstuk staan ook verdiepende kaders over de grenzen van wetenschappelijk verantwoorde vakkennis, de rol van pioniers in vroeger onderzoek, het belang hiervan voor huidige medische toepassingen en beschouwingen uit de evolutieleer. Daarbij wordt steeds verwezen naar recente literatuur.Op de bijbehorende website zijn 300 toetsvragen, casussen en hot topics te vinden.

Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg

by H.C.H. Wollersheim C. T. B. Ahaus J. F. Hamming C. Wagner T. van der Weijden

In opleidingen in de gezondheidszorg wordt in toenemende mate aandacht besteed aan kwaliteitsverbetering en het voorkomen van onveiligheid in patiëntenzorg.De toegenomen aandacht voor kwaliteit van zorg blijkt bijvoorbeeld uit het recente Raamplan. In het Raamplan Artsenopleiding 2020 gaat men uit van het (bijgestelde) CanMEDS-raamwerk. Had in 2009 nog ongeveer de helft van de competenties  een relatie met kwaliteit en veiligheid,  professioneel gedrag en ethisch moreel denken en handelen, in 2020 is dit meer dan driekwart. Bovendien zijn veel  competenties explicieter uitgewerkt in de richting van patiëntveiligheid, continuïteit van zorg, werken aan deugden en professioneel gedrag, reflectief vermogen en levenslang leren, interprofessioneel samenwerken, samen beslissen en het coproduceren van zorg. Deze onderwerpen komen uitgebreid aan bod in dit leerboek.Kwaliteit en veiligheid hebben zulk een hoge prioriteit vanwege de belangrijke consequenties voor patiënt en maatschappij. Maar wat betekent het precies om op een transparante wijze kwalitatief goede en veilige zorg te leveren? Welke rol speelt de zorgorganisatie, en hoe kan de arts, verpleegkundige of paramedicus individueel aan veilige patiëntenzorg bijdragen? Hoe worden calamiteiten voorkomen? Maar ook: hoe adequaat om te gaan met een gemaakte fout en hoe daarvan te leren?In Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg wordt verhelderd wat kwaliteit van zorg is en wat voorwaarden zijn voor kwaliteitsverbetering. De verschillende dimensies als professionele, organisatorische en patiëntgerichte kwaliteit worden besproken, evenals het onderzoek naar kwaliteitsverbetering en de implementatie in de praktijk. Ondanks het streven naar optimale patiëntenzorg blijven er altijd incidenten optreden. Een apart hoofdstuk is daarom gewijd aan hoeom te gaan met een calamiteit, met oog voor patiënt, organisatie en voor eigen gevoelens en functioneren. De mogelijkheden van kwaliteitsverbetering worden in dit boek met tal van voorbeelden uit de klinische praktijk geïllustreerd.Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg is geschreven door vooraanstaande Nederlandse kwaliteitsonderzoekers en verbeteraars, –professionals en zorgverleners, dieal vele bijdragen hebben geleverd aan daadwerkelijke verbetering van de patiëntenzorg. Met dit boek bieden zij iedere (aanstaande) zorgprofessional de kennis en handvatten om optimale patiëntenzorg na te streven en te reflecteren op de eigen rol hierin. 

Refine Search

Showing 1,101 through 1,125 of 1,325 results